door Webredactie | jun 9, 2020 | VNG Utrecht Nieuws
Na de VNG en de provincie Utrecht hebben nu ook 21 van de 26 Utrechtse gemeenten bij het kabinet aan de bel getrokken over de penibele financiële situatie waarin veel gemeenten zich bevinden.
“We zijn niet meer voldoende toegerust om onze rol in de lokale samenleving goed waar te kunnen maken”, schrijven de burgemeesters in een brandbrief, gericht aan de ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Volgens de gemeenten zijn er veel extra taken bijgekomen, zonder dat de bijdrage uit het Gemeentefonds navenant is verhoogd. “Er is heel veel over de schutting gegooid bij gemeentes. We pakken dat graag op, maar bij extra taken horen ook extra financiële middelen. Dit gaat zo niet meer”, aldus burgemeester Sjors Fröhlich van de gemeente Vijfheerenlanden in een interview met RTV Utrecht. Fröhlich nam samen met burgemeester Van Hartskamp – De Jong van Montfoort het initiatief voor de brandbrief.
Bezuinigen op Wmo of Jeugdzorg “kunnen en willen we niet”, aldus Fröhlich. Maar, benadrukt hij, het geld moet toch ergens vandaan komen. Om de begroting toch rond te krijgen, wordt daarom bezuinigd op andere terreinen. Noodzakelijke investeringen in openbare ruimten of de verduurzaming van het vastgoed worden niet meer gedaan. En ook moeten allerlei voorzieningen eraan geloven.
Momenteel wordt door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met de ministers gesproken over een nieuwe wijze van verdeling van het Gemeentefonds. In de brief roepen de 21 burgemeesters de ministers op om niet alleen naar de verdeling te kijken, maar ook naar de hoogte van het totale bedrag in het Gemeentefonds: “Geef ons voldoende middelen om onze gemeenten vitaal te houden. Voorzieningen zoals bibliotheken, zwembaden en musea zijn van groot belang. Het zou zonde zijn wanneer deze organisaties hun deuren moeten gaan sluiten.”
Onder andere door organisatorische omstandigheden waren de gemeenten Utrecht, Amersfoort, Stichtse Vecht, Nieuwegein en Zeist niet in staat de brief te ondertekenen. Burgemeester Frans Backhuijs van Nieuwegein: “Nieuwegein had wel mee willen tekenen, maar als gevolg van de raadsvergadering die dag waren we niet in staat te reageren in het tempo van de schrijvers.”
door Webredactie | mei 28, 2020 | Personalia
Jan van Zanen is officieel voorgedragen als burgemeester van Den Haag. De officiële beëdiging staat gepland op 1 juli aanstaande. Daarmee komt voor Van Zanen een einde aan zes jaar burgemeesterschap in Utrecht.
De geschokte reacties op het bericht van zijn vertrek geven wel aan dat Van Zanen geliefd was in de gemeente Utrecht. De schok was des te groter omdat niets erop wees dat zijn vertrek aanstaande was. In januari tekende de burgemeester nog voor zes jaar bij.
“Ik ben zeer vereerd dat ik ben voorgedragen om burgemeester van Den Haag te worden”, zo maakte Van Zanen in de gemeenteraad het nieuws bekend. “Tegelijk is er een andere kant: ik vertrek uit de stad waar ik het langst heb gewoond en gewerkt, waar m’n beide kinderen zijn geboren, waar ik elke dag met liefde werk en me hartstochtelijk voor inzet en dat overigens ook tot 1 juli zal blijven doen.”
Van de 35 jaar dat hij nu in de lokale politiek actief is, heeft Van Zanen 27 jaar gediend in Utrecht. “U staat er goed voor, de stad staat er goed voor. U bent een zelfbewuste gemeenteraad, u heeft een ingewerkt college, u heeft een vrolijke, assertieve, zeer goed functionerende griffie en u heeft inwoners die steeds openlijker trots zijn op hun stad. Ik ga ook in Den Haag mijn passie volgen. Het dienen van de lokale, publieke zaak. Dank u wel!”
door Webredactie | mei 12, 2020 | Interviews
Dan ben je eindelijk wat je al je hele leven wil zijn, breekt opeens de coronacrisis uit. Het overkwam burgemeester Iris Meerts van Wijk bij Duurstede. Maar daar gaat ze bepaald niet onder gebukt. Integendeel: “Juist in deze situatie kan ik iets betekenen voor de mensen.”
Speechschrijver voor de Rotterdamse burgemeester Bram Peper, projectleider en consultant bij diverse adviesbureaus, fondsenwerver voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest en managing director van het Centre of Expertise Cyber Security aan De Haagse Hogeschool. Het is slechts een greep uit de vele én uiteenlopende functies die Iris Meerts na haar studie Bestuurskunde aan de Universiteit Twente heeft bekleed voordat zij werd geïnstalleerd als burgemeester van Wijk bij Duurstede.
Dat blijkt een weloverwogen keuze te zijn geweest: “Ik ben hier al mijn hele leven mee bezig. Voor mij zijn alle stappen die ik heb gezet tussenstapjes geweest richting mijn uiteindelijke doel: het burgemeesterschap. Voor mij was het allemaal doelbewust. Want ik wilde graag de maatschappij in haar facetten leren kennen voordat ik burgemeester zou worden.”
Als zij-instromende burgemeester brengt ze een hoop praktijkkennis over de samenleving mee. “Veel zaken in de maatschappij kun je pas goed beoordelen, als je zelf in meer of mindere mate ervaren hebt hoe het is om daarmee te worden geconfronteerd. We leven allemaal zo in onze eigen bubbel. Dan is het goed om er af en toe eens uit te gaan en die andere taal te leren spreken. Dat heeft mij in ieder geval veel gebracht.”

Iris Meerts. Foto: Ankie Meutgeert
Eigenwijs en veerkrachtig
Vraag blijft hoe een Rotterdamse in Wijk bij Duurstede terecht komt. “Door heel hard te werken”, antwoordt Meerts. “Voor mijn sollicitatie heb ik me ontzettend goed ingelezen natuurlijk en ook heel goed gekeken naar de profielschets. Daarin stond dat men openstond open voor een zij-instromer en dat het geen man hoefde te zijn. Bovendien hadden ze goede ervaringen met de vorige burgemeester. Ook dat maakt veel uit.”
Uiteindelijk bleek een groot aantal vrouwen te hebben gesolliciteerd naar de burgemeesterspost. “Iets wat nog niet eerder is vertoond in burgemeestersland: 22 vrouwen op 12 mannen. Dat verhoogde de druk wel enigszins, moet ik bekennen. Maar ik dacht vanaf het begin: ik kan alleen maar mezelf zijn. En het doorpakken waar ik wel voor sta – geduld is wel iets wat ik nog moet leren namelijk – daar houden ze hier ook van. De mensen in Wijk bij Duurstede zijn eigenwijs, maar ook veerkrachtig. Dat ben ik ook. We passen kortom gewoon heel erg goed bij elkaar.”
Om de burgemeesterstaal te leren spreken, stak ze onder andere haar licht op bij andere burgemeesters, waaronder Maarten Divendal, burgemeester van De Ronde Venen en voorzitter van de VNG Utrecht. “Daar heb ik veel van opgestoken.”
De eerste maanden na haar benoeming in december 2019 heeft ze daarnaast een ‘enorme steun’ ervaren, “van collega’s in het bestuur en de ambtelijke organisatie, van collega burgemeesters, maar ook van inwoners en ondernemers. Dat is heel erg fijn, want op de dag dat je om twaalf uur burgemeester wordt, ben je het ook daadwerkelijk vanaf een over twaalf. Dat kun je niet in je eentje.”
Duidelijke marsroutes
Niemand had echter kunnen vermoeden dat slechts een paar maanden later de coronacrisis in alle hevigheid losbarstte. Meerts: “Het loopt inderdaad heel anders dan ik had verwacht. Voordeel is wel dat ik niet beter weet. Dus ik pas me aan aan de realiteit van dit moment en stel me wendbaar op. Leren moet ik toch, alleen gaat dat dus in deze tijd op een andere manier.”
Een voordeel is dat veiligheid, zeker in tijden van crisis, hele duidelijke marsroutes kent. “Op dit moment zijn eenduidigheid en helderheid heel erg van belang. Dat maakte het de eerste maanden van corona allemaal vrij goed beheersbaar. Nu wordt het anders, omdat we langzaam maar zeker moeten overstappen naar een 1,5 meter-samenleving. Dat ligt veel lastiger. Want dat betekent dat je duidelijke afspraken zult moeten maken met elkaar, waar iedereen zich vervolgens ook aan moet houden. Ik ben nieuw, dus niet iedereen weet nog dat bij mij afspraak ook afspraak is. Dus dat moet ik soms nog wel even uitleggen.”
Dat vindt Meerts overigens niet erg. “Want juist nu verwachten mensen van hun burgemeester dat zij zichtbaar is, verbinding maakt en uitleg geeft. Eigenlijk doe ik dus precies wat ik wilde toen ik hier burgemeester werd: mensen opzoeken, verbindingen leggen en zaken bespreekbaar maken. Ik heb in mijn vorige leven een bedrijf gehad in zelforganisatie. Dat gaat over hoe orde ontstaat uit chaos. Ik gedij wel bij een beetje chaos. Ik moet iets kunnen toevoegen als burgemeester. Zichtbaar zijn zonder het om jou te laten draaien: dat zie ik als mijn rol op dit moment.”
Water tot aan de lippen
Toch zijn de zorgen over de kwaliteit van leven na corona groot. Meerts: “Het inkomensverlies dat mensen en bedrijven lijden is enorm. Bij heel veel mensen staat het water inmiddels tot aan of zelfs voorbij de lippen. Zzp’ers, horecaondernemers, minima; mensen die gewoon kapot gaan hieraan. Het is gewoon verschrikkelijk. We moeten daarom met elkaar echt alles op alles zetten om onze inwoners en ondernemers er weer bovenop te helpen. Als gemeente doen we zoveel we kunnen. Waarbij ik wel wil opmerken dat het ons werk behoorlijk zou vereenvoudigen als we ook konden rekenen op voldoende compensatie van het rijk. Want dan kunnen wij ook ruimhartiger zijn.”
Tegelijkertijd ziet zij ook positieve dingen gebeuren. “De bereidheid om elkaar te helpen is groot. Mensen zijn daarin heel erg creatief en dat stemt hoopvol. Er gaan ook echt wel wat dingen veranderen na corona, verwacht ik. Zoals bijvoorbeeld de herwaardering van de eigen omgeving, de buurt waarin mensen wonen, maar ook van de lokale overheid. Dat vind ik het enige positieve aan deze crisis.”
Het nieuwe normaal
De komende maanden breekt een nieuwe fase aan, waarin iedereen op zoek moet naar het ‘nieuwe normaal’. Dat geldt niet in de laatste plaats voor Wijk bij Duurstede. Want burgemeester Meerts streeft in regionaal verband nadrukkelijk naar meer betrokkenheid en samenwerking dan in het verleden. “Wijk bij Duurstede ligt van oudsher aan het eind van een zandweg. Het is een beetje een uithoek. Daardoor is lang gedacht dat we hier onze gang konden gaan. Dat willen we als huidig college van B&W echt veranderen, door meer en meer constructief samen te werken.”
Niet alleen in de relatie met de andere 25 Utrechtse gemeenten, maar ook met de Gelderse gemeenten aan de andere kant van de Lek. “We kijken naar de bijdrage die we als gemeente zouden kunnen leveren om zaken in de regio vooruit te helpen. Het zou mooi zijn als dat ook in onze agenda past. Dus uiteraard gaat ook de VNG Utrecht nog het nodige van ons horen.”
door Webredactie | mei 8, 2020 | VNG Utrecht Nieuws
De VNG is geen voorstander van een strikt landelijk protocol voor het gebruik van de openbare ruimte in de overgang naar de ‘1,5 metersamenleving’. Gemeenten zowel houvast nodig als ruimte voor maatwerk binnen de lokale omstandigheden.
“Bij houvast moet worden gedacht aan richtlijnen/uitgangspunten en niet aan een dwingend korset van regels”, aldus de VNG in de met een nieuwe update over het coronavirus.
In de brief komen diverse aspecten aan bod, die te maken hebben met de transitie van een crisisfase naar ‘het nieuwe normaal’. Zo begint op 11 mei de bestuurlijke klankbordgroep Corona met haar werk. De klankbordgroep adviseert over strategische aspecten van de ondersteuning van gemeenten en wordt gevormd door leden van het VNG bestuur, andere gemeentelijke netwerken en de voorzitters van veiligheidsregio’s.
De klankbordgroep komt wekelijks bij elkaar en bespreekt signalen en opvattingen van gemeenten over de kabinetsmaatregelen en de impact van de Coronacrisis op gemeenten en hun inwoners. Ter ondersteuning van de bestuurlijke klankbordgroep is er een programma voor de overgang naar de 1,5 metersamenleving opgezet. Dit programma heeft als doel om te zorgen voor samenhang, draagvlak en communicatie in de transitiefase.
In haar ledenbrief merkt de VNG verder op nog steeds veel vragen te krijgen over wanneer er meer duidelijkheid komt over de compensatie van verschillende kosten die gemeenten maken in verband met coronamaatregelen. De VNG is nog steeds bezig met inventarisatie hiervan en voert gelijktijdig hierover gesprekken met het Rijk. Deze maand zal meer duidelijkheid ontstaan, zo is de verwachting.
door Webredactie | apr 30, 2020 | VNG Utrecht Nieuws
De provincie Utrecht wil het economisch beleid de komende jaren focussen op een duurzame en vitale economie. In dat kader wordt nadrukkelijk de samenwerking gezocht met gemeenten, zo blijkt uit de ‘Economische visie 2020 – 2027’, die donderdag 30 april werd aangeboden aan Provinciale Staten.
De visie, die een aanscherping en modernisering van de voorgaande economische visie uit 2011 is, geeft aan hoe volgens het provinciebestuur de komende jaren de economische groei in goede banen kan worden geleid. Dat is nodig, want Utrecht is in trek. Die populariteit heeft echter ook een keerzijde.
Het aantal woningen, arbeidsplaatsen en de mobiliteit neemt de komende jaren naar verwachting fors toe, wat leidt tot een nog groter beslag op de toch al krappe ruimte, de sociale kwaliteit en die van de leefomgeving. “Als provincie zullen we samen met gemeenten onze rol moeten invullen om dit steeds urgenter wordende vraagstuk aan te pakken.”
In een toelichting geeft het college aan dat de provinciale economie in staat moet zijn om zowel onzekerheden door plotselinge schokken zoals de corona-crisis, als ook lange termijn veranderingen, zoals verduurzaming, de energietransitie, aanpassingen voor circulariteit of digitalisering, te kunnen.
Gedeputeerde Robert Strijk: “Vanuit een sterke economie kunnen maatschappelijke problemen worden aangepakt en doelen worden bereikt. Met deze visie leggen we niet alleen een basis voor een economie van de toekomst maar wordt de economie ook beter bestand tegen onvoorziene ontwikkelingen en de komende nasleep daarvan. De Economische Visie is dan ook gericht op zowel een crisisbestendige als toekomstbestendige economie.”
De Economische Visie wordt binnenkort besproken in Provinciale Staten.