door Webredactie | feb 6, 2020 | Terugblik, VNG Utrecht Nieuws
De hoeveelheid data van gemeenten over hun inwoners is zo omvangrijk en privacygevoelig, dat daar tot op het hoogste bestuurlijke niveau aandacht voor moet komen. Nog beter zou het zijn als gemeenten op het gebied van informatiebeheer en -veiligheid intensief gaan samenwerken. “Als we elkaar opzoeken kunnen we het veel beter doen.”

Frans Backhuijs
Aldus burgemeester Frans Backhuijs van Nieuwegein, gespreksleider van de bestuurlijke bijeenkomst ‘Samenwerken in de informatiesamenleving’, die donderdag 6 februari 2020 werd gehouden in de raadzaal van het Stadshuis van Nieuwegein. Organisatoren waren de gemeente Nieuwegein en de VNG Utrecht.
Centraal op de bijeenkomst stond de vraag hoe gemeenten moeten omgaan met de voortschrijdende digitalisering van de samenleving. Die levert immers een enorme hoeveelheid informatie op over de meest uiteenlopende zaken. Data, die veelal privacygevoelig zijn, en daarom beschermd moet worden tegen ongewenste indringers. Maar dat is niet het enige, zo benadrukte Patricia Vogel, manager Samen Organiseren van VNG-Realisatie.
Verstrekkend en complex
“Data bieden gemeentebesturen tal van nieuwe mogelijkheden, maar brengen tegelijkertijd heel veel nieuwe uitdagingen met zich mee”, stelde zij. Hoe veelzijdig, verstrekkend én complex het vraagstuk van de informatiesamenleving is, blijkt wel uit het feit dat in amper een maand tijd de gijzeling van het computersysteem van de Universiteit van Maastricht, de kwetsbaarheid van Citrix, het stopzetten van het antifraudesysteem SyRI (Systeem Risico Indicatie) en te agressieve cookies op gemeentelijke websites in het nieuws kwamen.
“Het geeft wel aan dat er veel aan de hand is rond informatieveiligheid en -beveiliging”, aldus Vogel. “De gevaren zijn ook groot. Als gemeenten beschikken wij inmiddels over zoveel privacygevoelige informatie dat onze betrouwbaarheid in het geding is als die informatie in verkeerd handen dreigt te vallen.” Sinds 2013 beschikken de gemeenten daarom over een gemeenschappelijke informatiebeveiligingsdienst, die 24/7 bereikbaar is voor advies. “Dat maakt dat je lokaal niets meer hoeft te organiseren.”

Patricia Vogel
Lastendruk verlichten
Het is slechts een van de voordelen die het heeft voor gemeenten om in de informatiesamenleving gezamenlijk op te trekken. Vogel: “We kunnen bijvoorbeeld vele miljoenen besparen door samen diensten in te kopen. Door een contract voor mobiele telefonie centraal aan te besteden zijn we erin geslaagd 200 miljoen te besparen. Dat is gewoon geld verdienen. Geld, dat je nu lokaal voor andere zaken kunt gebruiken.”
Samenwerking leidt daarnaast tot betere oplossingen. Bijvoorbeeld ter verlichting van de administratieve lastendruk. Als gevolg van de drie decentralisaties in het sociaal domein zijn er erg veel administratieve lasten bijgekomen voor zorgaanbieders en gemeenten bijgekomen. Om die lastendruk te verlichten is het Ketenbureau i-Sociaal Domein in het leven geroepen. “Door het op deze wijze in een keer centraal in te richten halen we veel administratieve lasten bij gemeenten weg. Dat levert meer tijd en aandacht op voor de zorgdienstverlening.”
Common ground
Gemeenten hebben ook besloten om samen door te pakken met wat er ‘onder de motorkap’ moet gebeuren. Bij veel gemeenten is de digitale informatiehuishouding inmiddels danig verouderd. Veelal wordt gewerkt met losse softwarepakketten waarmee elke afdeling voor zich gegevens heeft opgeslagen. Uitwisseling van gegevens is gecompliceerd en er kunnen de nodige vraagtekens worden gezet bij de beveiliging ervan. Vogel: “Vernieuwing is heel hard nodig. Feitelijk moet het ICT landschap in zijn geheel hervormd worden. Dat zijn we nu aan het doen in het kader van het common ground project.”
Samenwerking loont, wil Vogel maar zeggen, zeker in een samenleving waarin informatie een steeds voornamere rol gaat spelen. “Dat belang strekt verder dan alleen de informatiespecialisten binnen uw gemeenten. Ook bestuurlijk moet iedereen doordrongen zijn van het feit dat informatie belangrijk is en samenwerking met andere gemeenten noodzakelijk is om de veiligheid en bruikbaarheid ervan te kunnen garanderen.”
- Klik hier voor de presentatie van Patricia Vogel.

Ruben Dood
Beleid versterken
Over de bruikbaarheid van de data sprak Ruben Dood, directeur dienstverlenging en informatieverstrekking bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hij is onder andere verantwoordelijk voor de urban data centers die gemeenten helpen data in te zetten om hun beleid te versterken.
Het CBS heeft toegang tot alle overheidsdata en ontsluit die ook – in geanonimiseerde vorm – voor de buitenwacht. Dat gebeurt online via Statline en in de vorm van Open Data. Ook worden in opdracht van gemeenten aanvullende statistische diensten verleend.
Een relatief nieuwe loot aan de CBS-stam zijn de Urban Data Centers (UDC), waarvan de eerste in 2016 in Eindhoven werd gezet. Het betrof een samenwerking tussen het CBS en de gemeente, gericht op verbreding, verdieping en verbetering van de gemeentelijke statistieken door koppeling aan de CBS-data en – expertises.
De UDC’s zijn de meest uitgebreide vorm van dienstverlening die het CBS verzorgt. Daarnaast zijn er nog allerlei tussenvormen van data-allianties mogelijk. Zoals de data quickscan, het advies datagedreven werken, het advies datahuishouding, hulp bij uitvoering van projecten, toegang tot microdata en secure data services.
Inzicht en overzicht
Het biedt gemeenten inzicht en overzicht in de beschikbare data. Zij het dat hier wel een waarschuwing op zijn plek is. Dood: “Het CBS is en blijft onafhankelijk en werkt in alle openbaarheid. Ook als een uitkomst van onze data-analyse een gemeentelijk opdrachtgever niet zo goed uitkomt, zullen we die desondanks gewoon bekendmaken. Dat is voor gemeenten soms even wennen. Maar het inzicht dat ons werk oplevert maakt het meer dan waard.”
Een illustratief voorbeeld is in dat opzicht de city deal Zicht op ondermijning (www.zichtopondermijning.nl), in het kader waarvan gemeenten en het CBS de handen ineen hebben geslagen om zicht te krijgen op de effecten van ondermijning op bijvoorbeeld de woningmarkt en drugs gerelateerde criminaliteit.
Deze en andere voorbeelden onderstrepen volgens Frans Backhuijs hoe belangrijk het is voor gemeenten om samen te werken. “Als we elkaar vaker opzoeken, kunnen we het beter doen en vaak ook goedkoper. Eigenlijk is samenwerking in de hedendaagse informatiesamenleving gewoon onmisbaar.”
- Klik hier voor de presentatie van Ruben Dood.
door Webredactie | jan 28, 2020 | Personalia
Eric Balemans is benoemd tot wethouder in het college van Wijk bij Duurstede. Hij volgt Willem Joustra op, van wie begin januari het vertrek bekend werd gemaakt.
Eric Balemans werd 9 januari voorgedragen door de VVD-fractie in de gemeenteraad. Zij typeert Balemans als “een gedreven bestuurder met ruim 20 jaar ervaring in het openbaar bestuur.” Hij was namens de VVD lid van de Tweede Kamer, Provinciale Staten van Utrecht. Tevens was Balemans wethouder en locoburgemeester van Stichtse Vecht.
Burgemeester Iris Meerts nam Balemans maandagavond de verklaring en belofte af.
door Webredactie | jan 21, 2020 | Interviews
De Utrechtse gemeenten zouden meer gebruik kunnen maken van hun vertegenwoordigers in de landelijke VNG-commissies om hun belangen in Den Haag beter over het voetlicht te krijgen. “Onbekend maakt onbemind”, aldus Cees van Eijk, wethouder van Amersfoort en bestuurslid van de VNG Utrecht.
Zelf maakt Cees van Eijk deel uit van de Commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie van de landelijke VNG. Maar ook anderszins is hij zeer actief binnen de vereniging. En Van Eijk is zeker niet de enige in deze regio. “In vrijwel iedere VNG-commissie hebben de Utrechtse gemeenten wel een vertegenwoordiger. Het zou mooi zijn als de VNG Utrecht erin zou slagen daar de komende jaren meer gebruik van te maken. Zo kunnen we onze regionale belangen in de Haagse carrousel van de VNG meer een plek geven dan nu het geval is.”

Cees van Eijk
Als vanzelf in openbaar bestuur gerold
Door zijn jarenlange ervaring in het openbaar bestuur kent Van Eijk het klappen van de zweep in het openbaar bestuur. Hij is namelijk al van jongs af aan politiek actief. “Eigenlijk ben ik er als vanzelf ingerold. Want hoe gaat dat: als jongere ben je politiek geïnteresseerd en sluit je je aan bij een partij. Je verricht steeds meer werkzaamheden voor de partij, ook bestuurlijk, en op enig moment word je achtereenvolgens raadslid en wethouder, nu in het mooie Amersfoort.”
Die politieke interesse ontstond uit onvrede met de problemen in de wereld: “De Derde Wereld versus de Eerste Wereld, het milieu, de bio-industrie. Vraagstukken, die nu nog steeds leven en mij indertijd ertoe brachten om me aan te sluiten bij de PPR. Want die partij bleek het meeste op mijn lijn te zitten.”
Met de jaren bleek dat Van Eijk het openbaar bestuur eigenlijk niet kon loslaten. “Het lokale krachtspel spreekt me aan. Je loopt door de stad, spreekt met de mensen, ziet wat er gebeurt en hoe dat kan worden beïnvloed. En als je dat eenmaal weet, smaakt het naar steeds meer. Zeker omdat je op lokaal niveau zoveel veel kan betekenen voor inwoners. Hoewel je die eigen rol natuurlijk altijd moet blijven relativeren.”
Coalities smeden
Als bestuurder typeert Van Eijk zichzelf als verbinder. “Mijn bestuursstijl is niet die van politiek leider of visionair. Ik probeer vooral partijen op een probleem of uitdaging te mobiliseren, coalities te smeden en partijen tot een gemeenschappelijke visie en gezamenlijke stappen te bewegen. Dat past bij mijn aard.”
Het is voor een deel de reden waarom hij tot het bestuur van de VNG Utrecht toetrad. “Bij de verdeling van de portefeuilles vond het college van Amersfoort dat ‘regionale samenwerking’ thuis hoort bij een verbinder. Zo ben ik naar voren geschoven als geschikt voor deze portefeuille. De logische stap die daarop volgde was mijn toetreding tot het bestuur van de VNG Utrecht.”
Informatie, inspiratie en interactie: het zijn de drie pijlers waar de vereniging op rust en die Van Eijk ook aanspreken. “De VNG Utrecht beschikt over een groot netwerk, waarbinnen bestuurlijk Utrecht elkaar weet te vinden, geïnspireerd wordt en goede informatie vindt. Het aardige van dat netwerk is dat de verschillende bestuurlijke niveaus er allemaal in vertegenwoordigd zijn: raadsleden, wethouders, burgemeesters, griffiers en gemeentesecretarissen: die mix van vijf lagen vind je eigenlijk nergens. Bovendien weten we de grote en kleine gemeenten in de provincie met elkaar te verbinden. Ook die combinatie vindt je vrijwel nergens.”
Goede relatie met provincie
Daar komt bij dat de VNG Utrecht een goede relatie onderhoudt met de provincie Utrecht. “We zijn in staat om een stevig geluid namens de 26 Utrechtse gemeenten te laten horen. Dat is zeer waardevol. Kijk bijvoorbeeld naar de wijze waarop ons manifest in het nieuwe provinciale coalitieakkoord is meegenomen. Wat mij betreft maken we daar in de toekomst nog veel meer gebruik van.”

De VNG Utrecht heeft een goede relatie met het provinciebestuur.
Niet om bij andere regionale en provinciale samenwerkingsverbanden in het vaarwater te zitten. “Voor het overgrote merendeel zijn deze zeer inhoudelijke en thematisch gericht. Als VNG Utrecht zijn wij in andere gremia actief, en kunnen we dus ook veel meer op het vlak van informatievoorziening en kennisuitwisseling een rol spelen. De VNG Utrecht is in staat boven specifieke thema’s uit te stijgen en mensen juist in verbinding te brengen met elkaar. We gaan geen zaken overdoen die in ander verband al zijn of worden opgepakt.”
Voor raadsleden valt veel te halen
De VNG Utrecht is een echte netwerkorganisatie, vindt Van Eijk. “Wel vind ik dat de positie van raadsleden nog wat onderbelicht is. In ons bestuur is wel een aantal raadsleden actief, maar ik zou hopen dat ook de activiteiten die wij organiseren veel meer worden bezocht door raadsleden.”
Want niet alleen de Voor- en Najaarscongressen, ook de kleinere bijeenkomsten, die vaak in samenwerking met de VNG of regionale kennisorganisaties worden georganiseerd hebben volgens hem veel te bieden. “Het aantal raadsleden dat daarop afkomt blijft achter bij onze verwachtingen. Men richt zich toch vaak op de landelijke VNG, waardoor het voor de provinciale afdelingen lastiger wordt om zich te onderscheiden. Het onderstreept de noodzaak om het netwerk en aanbod vanuit VNG Utrecht nog meer onder de aandacht te brengen.”
door Webredactie | jan 3, 2020 | Personalia
Simone Veldboer (Progressieve Combinatie) stopt als wethouder in Rhenen. Ze zal vanaf dit voorjaar haar taken als wethouder neerleggen.
Simone Veldboer, al sinds 2005 betrokken bij de politiek en het bestuur van de gemeente Rhenen, had als wethouder Welzijn, Wonen, Dienstverlening en Sport & Cultuur in portefeuille. Daarnaast was zij 1e locoburgemeester.
Als reden voert Veldboer aan dat het ambt een te zware wissel trekt op haar leven en dat van haar man. “In april bereik ik mijn pensioenleeftijd en het lijkt me passend om mijn wethouderstaken rond die tijd over te dragen. Jullie kunnen rustig van me aannemen dat het afscheid me aan het hart gaat.”
Burgemeester Hans van der Pas heeft begrip voor Simone’s keuze. “Tegelijkertijd zal zij in Rhenen zeker gemist worden. Met haar vertrek eindigt een tijdperk. We verliezen een betrokken en bevlogen wethouder die van grote betekenis is geweest voor onze gemeente.”
Over haar opvolging wordt te zijner tijd besloten.
door Webredactie | jan 3, 2020 | Personalia
Willem Joustra (VVD) is gestopt als wethouder in de gemeente Wijk bij Duurstede. Aanleiding is een verschil van inzicht met de VVD-fractie over de bestuurlijke koers.
Joustra was sinds mei 2018 wethouder in de gemeente Wijk bij Duurstede. Hij had onder andere volkshuisvesting en woningbouw, economische zaken, grondbeleid, verkeer en sport in zijn portefeuille. Voorlopig worden zijn taken waargenomen door de twee overige wethouders, Wil Kosterman en Hans Marchal.
In een reactie op de gemeentelijke website stelt burgemeester Iris Meerts: “Ik heb kennis genomen van het besluit van de VVD om niet verder te gaan met haar wethouder. Willem Joustra zijn we dank verschuldigd voor alles wat hij als wethouder voor onze gemeente heeft gedaan.” Zij voegt hieraan toe: “Persoonlijk ken ik hem nog maar kort. Ik heb hem leren kennen als een gedreven bestuurder met oog voor het algemeen belang.”