Gemeenten zullen tot op het hoogste bestuurlijke en ambtelijke niveau werk moeten gaan maken van hun digitale organisatie. “Digitalisering van de overheid raakt de economie, veiligheid en privacy, de rechtstaat en zelfs de democratie. Het is niet meer een kwestie van alleen bedrijfsvoering. Het is Chefsache.”
Die boodschap had Patrick van Domburg, burgemeester van IJsselstein voor de deelnemers aan het Najaarscongres 2019 van de VNG Utrecht. Het congres werd vrijdag 22 november gehouden bij het KWR Water Research Institute in gastgemeente Nieuwegein. Het plenaire deel van het congres stond geheel in het teken van de grenzen van de informatiesamenleving.
Algemene Ledenvergadering

Maarten Divendal
Voorzitter Maarten Divendal van de VNG Utrecht opende traditiegetrouw het congres en gaf direct het woord aan burgemeester Frans Backhuijs van gastgemeente Nieuwegein, die iedereen van harte welkom heette.
Tijdens de Algemene Ledenvergadering stemden de aanwezige leden onder andere in met de begroting voor 2020 en de benoeming van Maarten van Dijk en Anneke Dubbink in het bestuur van de VNG Utrecht. Verder werd Willemien de Graaf, gemeentesecretaris van Leusden, benoemd als lid van de kascommissie voor 2020. (klik hier voor het verslag)
Haagse zaken
Daarna besprak algemeen directeur van de VNG Jantine Kriens – de laatste keer voor haar afscheid – de ontwikkelingen rond diverse ‘Haagse zaken’. Zoals de stikstof-crisis en de PFAS-problematiek, waar inmiddels 70 procent van alle gemeenten mee te maken heeft.
Volgens Kriens duiden de op dat dossier ontstane problemen op een “interessant mechanisme, waar we in het openbaar bestuur veel last van hebben. Een kokertje ergens op in een ministerie bedenkt een norm en denkt totaal niet na over de uitvoering ervan in de praktijk. En als het dan vervolgens fout gaat, hebben we geen goed mechanisme met elkaar waarmee we escalatie weten te voorkomen.” Het was een wake-up call voor de VNG, aldus Kriens, en een onderstreping van de noodzaak om te werken aan een andere, meer directe relatie met het rijk.

Jantine Kriens
Problemen in de jeugdzorg
Vanzelfsprekend ging het ook over de problemen in de jeugdzorg. Een alarmerend rapport van Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid bracht de verantwoordelijk minister ertoe om opnieuw een stelselwijziging aan te kondigen, waarmee niet meer de gemeenten maar regionale samenwerkingsverbanden de verantwoordelijkheid voor een goede jeugdzorg zouden moeten krijgen.
Een typisch Haagse vlucht vooruit, aldus Kriens, die tot veel boosheid bij gemeenten leidde. “Je voert eerst een stelselherziening door, waarmee je alle problemen in één keer op het bordje van de gemeenten legt. Terwijl je weet dat het veld zelf heel erg versnipperd is, wat een rijksverantwoordelijkheid is, en terwijl je als rijk de randvoorwaarden niet goed hebt geregeld. Je weet dat de doelgroep in omvang toeneemt en toch voer je bezuinigingen door. Als het dan vervolgens niet goed blijkt te gaan, geef je de gemeenten de schuld en kondig je een andere aanpak aan. Maar zo werkt dat dus niet.”
Het was aanleiding voor de VNG om in actie te komen: maar liefst 150 wethouders bleken bereid om zichtbaar aanwezig te zijn bij het Kamerdebat over het inspectierapport. Dat bleek zinvol. De Tweede Kamer onthield zich van het gebruikelijke ‘gemeente bashen’ en er werd geld in het vooruitzicht gesteld om tot verbetering te komen. “Misschien moeten we dit wel veel vaker gaan doen.”

Jos Boere
Schat aan informatie
Na Jantine Kriens was het woord aan Jos Boere, plaatsvervangend directeur van KWR Water Research Institute. Hij gaf in zijn bijdrage het nodige inzicht in het werk van het KWR en het belang daarvan voor gemeenten. Bij het instituut blijkt een schat aan kennis, kunde en informatie over water en de relatie met gezondheid beschikbaar. Voor het bedrijfsleven en de industrie, maar zeker ook voor gemeenten, zo benadrukte Boere.

Ingrid van Lieshout
Op haar beurt zette Ingrid van Lieshout, projectleider van de Staat van Utrecht de gelijknamige database voor gemeenten in het spotlicht. “Je weg vinden in de informatiesamenleving. De Staat van Utrecht helpt graag mee.” Op de website is inmiddels een grote hoeveelheid kennis, informatie en statistiek te vinden over actuele ontwikkelingen rond twaalf beleidsthema’s in de 26 Utrechtse gemeenten. “Het is en blijft een pilot”, aldus Van Lieshout. “We willen dus graag feedback, ook van de gemeenten zelf. We willen horen of dit nu is wat bestuurders, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties kunnen gebruiken.”
Digitale tweeling is een illusie
Het inhoudelijk deel van het congresthema ‘de grenzen van de informatiesamenleving’ werd geopend door schrijver en filosoof Maxim Februari. Hij gaf er blijk van behoorlijk kritisch te zijn over de populariteit van data bij gemeenten.
Een modewoord als de digitale tweeling of digital twin bijvoorbeeld, suggereert alsof er een datakopie is gemaakt van de fysieke wereld. Maar daar is volgens Februari helemaal geen sprake van. “Het is op zijn best een portret, maar ook dan niet veel meer dan een model, een reductie of abstractie van de werkelijkheid.”

Maxim Februari
Neem bijvoorbeeld het digitale kinddossier. “Daar staat bijvoorbeeld wel geregistreerd dat een kind paracetamol heeft genomen, maar niet waarom. Het is risicovol om op basis daarvan vergaande conclusies te trekken. Op zich heb ik geen bezwaar tegen gebruik van data, maar we moeten ons wel steeds realiseren wat die data zijn.”
Daar komt bij dat de makers van digitale tweelingen ideologisch zijn gedreven: zij maken de keuze welke data wel of niet worden verzameld. “Alexa (de digitale assistent van Amazon, red.) claimt bijvoorbeeld te kunnen zien of de gebruiker verdrietig is en in zo’n geval een bepaalde keuze voor muziek te suggereren. De aanname is dat de gebruiker eenzaam is en daar ook iets aan wil doen. Terwijl dat helemaal niet het geval hoeft te zijn.”
Ethiek als motorblok
Gevaarlijker wordt het als de aannames betrekking hebben of ras, karakter of misdadigheid en gekoppeld worden aan gelaat, zinsbouw of locatie. “De CEO van een bedrijf dat gezichtsherkenningssoftware maakt schreef vorig jaar: we maken het wel, maar we hebben er spijt van. Het kan namelijk niet anders dan dat het op enig moment tegen de bevolking wordt ingezet. We weten niet wat de effecten zullen zijn, er zijn twijfels of het wel mogelijk is en er kleven de nodige gevaren aan. En toch worden dit soort technieken op grote schaal door gemeenten ingezet. Dat is niet zonder risico. Hetzelfde geldt voor de digital twin. Waarom doen we dit?”
Data roepen tal van ethische vraagstukken op, aldus Februari, die echter te vaak pas achteraf of slechts zijdelings aan bod komen. “Terwijl werken met informatie een door en door ethische aangelegenheid is. Hoe maak je een dataset van normen en waarden? Hoe formuleer je rechtvaardigheid in code?”
De keuze wat bestuurders willen gaan optimaliseren in een stad is het resultaat van een diep moreel en politiek proces, meent Februari. “Als het gaat om zaken als leefbaarheid, duurzaamheid, veiligheid en betaalbaarheid is voor de een wat anders belangrijk dan voor de ander. Het zijn voortdurende afwegingsprocessen. De uitkomst van die processen ligt aan de basis van de slimme stad en het gebruik van de data die daarvoor nodig zijn. Ethiek is in de discussie daarover geen rem op de ontwikkelingen, maar juist het motorblok ervan. Wat gaan we optimaliseren, waarom doen we dat en welke data zijn daarvoor nodig? Het is aan de overheid om daarop het antwoord te formuleren.”
Informatiesamenleving kent veiligheidsrisico’s
ICT-onderzoeker Brenno de Winter schetste in zijn bijdrage aan het Najaarscongres het grootste gevaar van de informatiesamenleving: techno-optimisme. Hij vergeleek het met de Titanic, waarvan ook iedereen dacht dat het cruiseschip niet kon zinken. “Het kan niet fout gaan, zei de kapitein van de Titanic. En toch ging het fout.”
Datzelfde kan gebeuren bij gemeenten die hun processen vergaand gedigitaliseerd hebben en te weinig oog hebben voor de veiligheidsrisico’s die daarmee gepaard gaan. Zij zijn in zo’n geval bijvoorbeeld gevoelig voor een Advanced Persistent Threat (APT). Hackers voeren langdurig verschillende aanvallen uit, om uiteindelijk de systemen binnen te dringen, te versleutelen of over te nemen. Vaak wordt losgeld geëist om de controle over de systemen weer terug te geven.
Dat dit geen fictie is bewijst de gemeente Lochem. Daar werd op 20 december 2018 ingebroken in de gemeentelijke systemen. Nader onderzoek bracht aan het licht dat dit al zes maanden aan de gang was. De Winter: “Telkens kwamen ze terug en kregen ze meer grip op het gemeentelijke informatiesysteem en alle systemen die daarmee verbonden zijn. En de gemeente had al die tijd niets door.”
De gevolgen kunnen verstrekkend zijn. “Men kan bij alle data in de basisregistratie personen, er kunnen paspoorten worden besteld, ze hadden kunnen doorlinken naar de database van de politie. Et cetera. Je begint bij een systeem, dan door naar 6, dan door naar 26.” In Lochem bleek dat uiteindelijk niet te zijn gebeurd, dankzij het feit dat op enig moment de antivirus software aansloeg. De Winter: “Ze zijn door het oog van de naald gekropen.”
Wat er in Lochem gebeurde leidde tot een schadepost van twee ton. Dat had in het ergste geval zomaar op kunnen lopen tot 6 ton. Het is dus alleszins voorspelbaar dat een gelijksoortige aanval bij een grote gemeente in de miljoenen zou zijn gelopen. “Opmerkelijk dat zo’n kleine organisatie zo’n geavanceerde aanval te verduren kreeg”, aldus De Winter. “Het zou voldoende aanleiding voor gemeenten moeten zijn om digitale veiligheid zeer serieus te nemen.”
Leidende principes voor de informatiesamenleving

Patrick van Domburg
Veiligheid is dan ook een belangrijk thema in de VNG-commissie Informatiesamenleving, zo bleek uit de bijdrage van burgemeester Patrick van Domburg van IJsselstein. Als lid van de commissie Informatiesamenleving van de VNG is Van Domburg nauw betrokken geweest bij de vijf leidende principes omtrent de digitale samenleving, die de commissie recent heeft opgesteld. “Fundamentele kaders om ook in een digitale samenleving publieke waarden te borgen”, zo omschreef hij het zelf.
Om data die in een digitale samenleving worden gegenereerd, ook daadwerkelijk te mogen gebruiken, moeten ze in de eerste plaats van maatschappelijke waarde zijn. Van Domburg: “Data moeten ten dienste staan van het maatschappelijk belang.” Ten tweede moeten de rechten over de data goed zijn geregeld. “In principe zijn de data open, inzichtelijk en gedeeld. Elk individu heeft daarnaast beschikkingsrecht over ‘zijn of haar’ data.
In de derde plaats moeten data worden verkregen en uitgewisseld via een toegankelijke en veilige digitale infrastructuur. “We maken gebruik van inzichtelijke en koppelbare technologie.” Een vierde principe is samenwerking. “Marktpartijen, instellingen overheden en inwoners werken samen waar dat wenselijk of nodig is.” Ten slot staat transparantie voorop. “Marktpartijen, instellingen overheden en inwoners zijn zo transparant mogelijk over de data die zij verzamelen, gebruiken en uitwisselen. Gemeenten stimuleren alle betrokkenen ook om zo transparant mogelijk te zijn.”
De basisprincipes worden besproken tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering van de VNG, die vrijdag 29 november 2019 wordt gehouden. Dat gebeurt samen met de presentatie van conceptagenda digitale veiligheid die de commissie heeft opgesteld. “Tien actielijnen aan de hand waarvan de digitale wereld op een veilige manier kan worden betreden”, vatte Van Domburg het samen.
Informatiesamenleving draait niet om techniek
In de afsluitende discussie onder leiding van Frans Backhuijs merkte Maxim Februari op dat de commissie weliswaar een aantal mooie principes heeft geformuleerd, maar dat deze wel heel procedureel van aard zijn. “Er gaat een stap aan vooraf. Namelijk de ethisch-politieke discussie: wat willen we eigenlijk met al die data. De discussie over de slimme stad is geen technologisch debat maar een ethisch debat. En die moet als eerste gevoerd worden.”
De Winter was het daarmee eens. “Daarom spreekt dat eerste principe mij ook zeer aan: doe geen dingen die niet zinvol zijn. Dat is belangrijk. Ga geen dingen doen die onze fundamentele rechten op een vervelende manier kunnen raken. Blijf kritisch: want met de huidige informatietechnologie heb je een enorm machtsmiddel in handen.”
Februari: “Het is absoluut verleidelijk om hierover in kansen te praten. Maar er zitten ook heel duidelijk gevaren aan. Onderken die en voer het debat erover.”
Van Domburg: “We moeten enorm kritisch blijven over wat en wanneer we iets gaan doen. In de discussie over de informatiemaatschappij mag techniek nooit leidend zijn.”

































