door Webredactie | okt 3, 2019 | Terugblik, VNG Utrecht Nieuws
Naast het rijk en de provincies zullen ook de gemeenten meer geld moeten uittrekken voor de verduurzaming en het onderhoud van hun infrastructuur. Alleen zo kan de bereikbaarheid van een groeiregio als Utrecht op alle niveaus worden gegarandeerd.

Maxime Verhagen.
Dat zei Maxime Verhagen, voorzitter van brancheorganisatie Bouwend Nederland, op het seminar ‘De Kunst van bereikbaarheid’, dat donderdag 3 oktober 2019 werd gehouden op de Tech Campus van het ROC Midden-Nederland in Nieuwegein.
De bijeenkomst was georganiseerd door de VNG Utrecht, Bouwend Nederland, de gemeente Utrecht, MKB Nederland Midden en VNO-NCW – provincie Utrecht. Het thema van de middag was duurzame mobiliteit en woningbouw.
Volgens Verhagen is de bereikbaarheid van de provincie Utrecht en de daarin gelegen gemeenten in het geding, omdat de Nederlandse infrastructuur met een enorme onderhoudsachterstand kampt. Volgens hem zijn er vele miljarden nodig om die weer in te lopen. Geld dat niet alleen het rijk en de provincies maar ook de gemeenten zullen moeten investeren. “Een gemeente kan zijn achterstallig onderhoud niet oplossen door een weg dan maar af te sluiten voor vrachtwagenverkeer.”
Verkenning mobiliteit

Bas Ebskamp.
De voorman van Bouwend Nederland reageerde op de bijdrage van Bas Ebskamp van De Argumentenfabriek. Ebskamp gaf een toelichting op het rapport Verkenning mobiliteit 2030, dat vorig jaar september in opdracht van Bouwend Nederland is uitgebracht.
Het rapport gaat in op de ontwikkeling van de mobiliteit in de komende tien jaar. Met name in Utrecht kan gerekend worden op een forse toename van het verkeer, omdat de provincie op alle fronten groeit: demografisch neemt het aantal inwoners toe, het aantal huishoudens stijgt, de welvaart neemt toe en de economie blijft fors groeien.
De vraag is vervolgens hoe die groei bediend gaat worden. De verschillende overheden stellen klimaat- en milieudoelen, stimuleren het openbaar vervoer, wandelen en fietsen en verschuiven het beschikbare geld van nieuwe infrastructuur naar onderhoud en gedrag.
Uiteindelijk leidt dit tot vier mogelijke mobiliteitsbeelden, aldus Ebskamp: die van de onafhankelijke reiziger (eigen vervoer met vaste kosten, ligt het dichtst bij werkelijkheid van nu), de gemaksreiziger (deelvervoer met vaste kosten: geografisch verschillend, vooral in stedelijke omgeving), de flexreiziger (deelvervoer met variabele kosten, met een enorme vlucht van mobiliteitshubs met overstapmogelijkheden) en de voorrangsreiziger (eigen vervoer met variabele kosten)
Duurzame bereikbaarheid
Verhagen zei in zijn reactie geen voorkeur te hebben voor een specifieke ontwikkeling, maar wees vooral op de noodzaak tot investeren. Ook vond hij dat gemeenten de daad meer bij het woord moeten voegen. “Duurzame bereikbaarheid kunnen we voorlopig wel vergeten. Ik moet helaas constateren dat iedereen weliswaar de mond vol heeft van milieu en klimaat, maar dat vrijwel niemand bereid is daar ook het benodigde geld voor uit te trekken.”
Dat valt onder andere op te maken uit het feit dat in nog geen derde deel van de overheidsaanbestedingen duurzaamheid expliciet genoemd. “Met andere woorden: duurzaamheid is geen onderscheidend criterium. Nog altijd is de laagste prijs bepalend.”
Alleen als daadwerkelijk wordt gekozen voor duurzaamheid en gemeenten bereid zijn daar ook een hogere prijs voor te betalen, zal dat volgens hem leiden tot innovatie en nieuwe, duurzamere vormen van mobiliteit, waarmee de bereikbaarheid op niveau kan worden gehouden.

Robert Koch.
Stikstofcrisis reden tot grote zorg
Zowel Verhagen als gastheer Robert Koch, directeur Tech Campus ROC Midden Nederland, spraken hun zorgen uit over de enorme problemen die de stikstofcrisis de bouwsector kan opleveren. Koch: “We zijn in de economische crisisjaren met het bouw- en interieurcollege van 1500 studenten teruggezakt naar 700. Nu zijn dat er eindelijk weer meer dan 1000. Maar ik maak me grote zorgen dat door de stikstofproblemen er voor onze studenten heel veel opleidings- en stageplekken bij de bouwbedrijven weer zullen verdwijnen.”
Verhagen zei die zorg te delen. “Het is van de gekke dat we aan de ene kant een tekort aan 60.000 arbeidskrachten proberen weg te werken zodat we al het werk kunnen uitvoeren wat er op ons ligt te wachten, terwijl door de stikstofcrisis er inmiddels 70.000 banen op de tocht staan. Het is enerzijds rennen en anderzijds stilstaan.”
Ambitieuze doelstellingen
De stikstofproblemen kwamen daarom ook nadrukkelijk aan de orde in de discussie over de woningbouw in de provincie Utrecht. Het Rijk, de provincie Utrecht en 16 gemeenten in de regio Utrecht hebben eind juni in dat kader een zogeheten Woondeal gesloten om de woningbouwproductie te versnellen, en de betaalbaarheid te vergroten. Verhagen: “Hoe gaat de provincie die ambitieuze doelstellingen realiseren zolang we het stikstofprobleem op tafel hebben liggen?”

Rob van Muilekom.
Gedeputeerde Rob van Muilekom reageerde dat de provincies het probleem wel degelijk onderkennen en ook bij het rijk proberen te bereiken dat de bouwproductie zo ongestoord mogelijk doorgang kan vinden. De oplossing daarvoor zal echter vooral op rijksniveau moeten worden gevonden (het kabinet maakte daar daags na het seminar ook de plannen voor bekend).
De voorkeur van de provincie gaat ondertussen nog steeds uit naar projecten waarin wordt gekozen voor binnenstedelijke verdichting en hoogbouw. Maar als de mogelijkheden om te verdichten en in de hoogte te gaan zijn uitgeput, valt er volgens de gedeputeerde wel degelijk met de provincie te praten over nieuwe bouwlocaties aan de randen van bestaand stedelijk gebied en in de regio. “Maar dan heb ik het wel over de kleinere plannen, van 100 tot 500 woningen.”
Voor de provincie staat voorop dat er voldoende goede bouwprojecten in de planning komen te staan. “We merken dat bij gemeenten soms de kennis of capaciteit ontbreekt om zachte plannen hard te maken. Het is een gezamenlijke opgave om dat voor elkaar te krijgen. De provincie wil daar ook proactief ondersteuning bij gaan bieden. Maak daar als gemeenten vooral ook gebruik van.”

Jeannine van Bree.
Sociale en demografische context
De laatste bijdrage aan het seminar werd verzorgd door Jeannine van Bree van de Staat van Utrecht. Zij schetste de sociale en demografische context waarin de toekomst van het wonen en de mobiliteit in de provincie Utrecht moet worden geplaatst.
Want uit de laatst verschenen editie van de Staat van Utrecht blijkt opnieuw hoezeer de bevolking van Utrecht in omvang groeit: gemiddeld met 10 procent (landelijk 6% groei). Dat percentage ligt zelfs nog veel hoger in de steden Utrecht (25%), Bunnik (19%), Amersfoort en Vianen (beide 17%).
In combinatie met de toenemende vergrijzing en de groeiende economie leidt dat volgens Van Bree tot een stijging maar ook verandering van de mobiliteit en de woningbehoefte. “Er moeten snel plannen komen voor investeringen in bereikbaarheid en woningbouw.” Hoe die plannen moeten worden ingevuld is aan markt en overheid samen. “De Staat van Utrecht is het middel bij uitstek om daarover het gesprek met elkaar aan te gaan.”
door Webredactie | sep 12, 2019 | Terugblik, VNG Utrecht Nieuws
Gemeenten die serieus werk willen maken van ouderenparticipatie moeten zien te voorkomen dat ze ouderen teveel over één kam scheren. “De groep is juist heel divers samengesteld”, aldus Ingrid van Lieshout, onderzoeksleider van de Staat van Utrecht namens de gemeente Utrecht.

Ingrid van Lieshout
Van Lieshout was een van de sprekers van de interactieve bijeenkomst ‘Ouderen aan zet’, die donderdag 12 september 2019 werd gehouden in het stadhuis van Bunnik te Odijk. De organisatie was in handen van de VNG Utrecht, het Netwerk Utrecht Zorg Ouderen (NUZO) en het kennisplatform Utrecht Sociaal. De bijeenkomst werd geleid door Anneke Dubbink, raadslid in Houten en beoogd bestuurslid van de VNG Utrecht.
In haar bijdrage wees Van Lieshout de bijna 60 deelnemers op het feit dat de groei van het aandeel ouderen de komende jaren tot een ingrijpende wijziging van de bevolkingsopbouw leidt. “In 1995 was nog maar 5 procent 65 plus. Straks zal dat 15 procent zijn. Er is een nieuwe bevolkingslaag op komst die het straatbeeld en het wereldbeeld mede gaat bepalen.” En dan vooral in de kleinere gemeenten. “Hier is in 2030 25 procent ouder dan 65. Het aantal 80-plussers ligt op 7,4 procent in De Bilt en op 2,5 procent in de gemeente Utrecht.”
Active Agers versus kwetsbare ouderen
De grootste fout die gemaakt kan worden door gemeenten is dat zij in hun ouderenbeleid geen rekening houden met de diversiteit van deze bevolkingsgroep, meent Van Lieshout. Want de hedendaagse ouderen zijn net zo divers als het jongere deel van de bevolking. Steeds meer ouderen blijven steeds langer zelfstandig in de eigen woonomgeving wonen en zijn tot op hoge leeftijd nog actief en mobiel, maar naast deze zogeheten Active Agers is er ook nog een omvangrijke groep kwetsbare ouderen, die juist eerder dan hun generatiegenoten een beroep moeten doen op zorg, kampen met armoede of dreigen te vereenzamen.
Kortom: enerzijds hebben ouderen krachten en potenties die je als gemeente moet zien te benutten. Anderzijds stellen ouderen de gemeenten voor een aantal opgaven, met name op het gebied van de zorg en de inrichting van de fysieke omgeving. Het is zaak om het gemeentelijk ouderenbeleid daarop af te stemmen, aldus Van Lieshout, en op maat en naar behoefte instrumenten in te zetten. Overigens heeft met name in de provincie Utrecht de oudere bevolking nog veel te bieden, denkt zij. “Hier zijn immers de meeste hoogopgeleide ouderen te vinden. En die zijn meer zelfredzaam, hebben een betere gezondheid en genieten een hoger inkomen. Maak daar vooral ook gebruik van.”
- Klik hier voor de presentatie van Ingrid van Lieshout.

Laurens de Graaf
Iedere generatie heeft andere relatie
Laurens de Graaf, burgemeester van Lopik, onderstreepte in zijn bijdrage die enorme diversiteit onder ouderen. Zeker ook in relatie tot de participatiesamenleving. “Ik denk dat het goed is om ook daar vanuit de verschillende generaties naar te kijken.”
Want iedere generatie heeft een andere relatie met de overheid. In de jaren ‘80 was de overheid de hoeder van de verzorgingsstaat, die vooral bureaucratisch en hiërarchisch van aard was. In de jaren tot 2010 deed de marktwerking haar intrede, waardoor de nadruk kwam te liggen op efficiency, bedrijfsmatig werken maar ook samenwerking en proceskwaliteit. Overheid en samenleving kwamen in die periode steeds meer naast elkaar te staan. En tegenwoordig is de samenleving soms zelfs boven de overheid komen te staan. Een vergelijkbare ontwikkeling heeft zich voorgedaan in de betrokkenheid van de burger. In de jaren ‘70 en ‘80 draaiden het vooral om inspraak, in de jaren ‘90 kwam er aandacht voor interactieve beleidsvorming en sinds 2010 staan burger- én overheidsparticipatie op de agenda.
Participatie is loslaten
Het lastige is dat alle relatie- en participatievormen zich tegelijkertijd kunnen voordien. “En daarom is het van cruciaal belang om te bepalen waar je het feitelijk over hebt als je het over participatie en de relatie tussen overheid en bevolking hebt. Ouderen aan zet, is de titel van deze bijeenkomst: wat bedoel je daarmee? Bedoel je wat de overheid wil, wat de doelgroep wil of bedoel je eigenlijk iets anders? Blijf je kortom bewust van je eigen en andermans perspectief.”
Volgens De Graaf vraagt participatie mede daarom om democratisch en ambtelijk vakmanschap. En niet zelden komt dat voor een gemeente neer op loslaten. “Burgerinitiatieven bijvoorbeeld draaien bij aanvang vooral om energie en pas veel later om structuur. De overheid is juist geneigd om vooral in structuren te denken. Mijn advies: niet doen. Als een burgerinitiatief net gestart is, laat het dan vooral zijn gang gaan en een eigen dynamiek ontwikkelen.”
- Klik hier voor de presentatie van Laurens de Graaf.

Heleen André de la Porte
Generaties verbinden
Na de pauze deelde Heleen André de la Porte , eigenaar van Dynamo advies, de ervaringen met het project ‘Generaties verbinden, buurtkracht vinden’ in Austerlitz. Een burgerinitiatief, waarbij de vraag centraal stond hoe bewonersinitiatieven met generatie-verbindende activiteiten een concrete bijdrage kunnen leveren aan de sociale cohesie in de wijk.
Daarbij draait het volgens André de la Porte vooral om het verbinden van en de samenwerking tussen generaties. “Je ziet veel activiteiten georganiseerd vanuit systeemwereld voor ouderen onder elkaar. Dat is prima. Maar kijk ook eens naar de samenwerking tussen generaties en betrek daar vooral ook de leefwereld bij .”
Zij refereerde in dat kader aan een advies van de Raad van Ouderen over de overheidscampagne herwaardering ouderen. “De beeldvorming over ouderen is vaak negatief. En ouderen werken daar zelf ook aan mee. De RvO adviseert: we moeten niet praten over ouderen maar met ouderen, en de verschillende generaties met elkaar verbinden. Anders komen ouderen in isolement en worden zij als afgeschreven behandeld.”
In Austerlitz is daar met vier deelprojecten vorm en inhoud aan gegeven: samen tuinieren, samen muziek maken, samen bewegen en samen mobiel. Alle projecten zijn en worden getrokken door vrijwilligers, daarbij gesteund door een aantal professionals. André de la Porte: “Gebleken is dat je samen echt iets moois kunt neerzetten. Zeker als je erin slaagt een intergenerationele bril op te zetten.”
Pitches
Tot slot van de bijeenkomst kregen vertegenwoordigers van drie projecten gericht op ouderenparticipatie de gelegenheid een pitch te houden.
Het spits werd afgebeten door Samen sterk tegen eenzaamheid uit Leusden, waar Marcel Landman (voorzitter van de stichting Samenwerkende ouderorganisaties gemeente Leusden en Simone Rijneveld (beleidsadviseur gemeente Leusden) een toelichting op gaven.
Aloys ter Steege, voorzitter van de stichting Vrienden van het Binnenbos presenteerde het gelijknamige initiatief in Zeist om eenzaamheid bij ouderen te bestrijden. “Want eenzaamheid is geen aandoening, maar een gebrek aan saamhorigheid op buurtniveau”, aldus Ter Steege.
Als derde hield Kees Duijvelaar, voorzitter van KBO, afdeling IJsselstein, Lopik e.o. een pitch over de petitie die zijn organisatie heeft opgesteld om de gemeente ertoe te zetten om ook met ouderen het gesprek aan te gaan.
Het slotwoord was aan burgemeester De Graaf van Lopik: “We zeggen vaak dat participatie representatief moet zijn. Maar dat is niet zo. Het gaat altijd om een selectie van mensen. Participatie is met andere woorden niet representatief, maar het representeert wel van alles. Alleen al daarom is van belang hiermee door te gaan.”
door Webredactie | jul 18, 2019 | VNG Utrecht Nieuws
Actief burgerschap van ouderen: hoe slagen gemeenten en (ouderen)organisaties erin de deelname van ouderen bij beleidsontwikkeling en uitvoering te verhogen? De VNG Utrecht is op zoek naar best practices.
Op donderdag 12 september houden de VNG Utrecht, het Netwerk Utrecht Zorg Ouderen (NUZO) en het kennisplatform Utrecht Sociaal een interactieve bijeenkomst over actief burgerschap van ouderen en de deelname van ouderen bij beleidsontwikkeling en uitvoering.
Centraal staat de vraag hoe hier zo goed mogelijk vorm en inhoud aan gegeven kan worden en op welke wijze gemeenten het beste kunnen inspelen op de behoeften van ouderen. In dat kader zijn de organisatoren op zoek naar best practices van burgerparticipatie door ouderen in de provincie Utrecht. Gemeenten en (ouderen)organisaties die dat kunnen geven, worden van harte uitgenodigd om hierover tijdens de bijeenkomst een pitch te houden.
Wilt u op 12 september iets vertellen over een project of initiatief op het gebied van actief burgerschap van ouderen in uw gemeente of van uw organisatie? Laat dit dan zo spoedig mogelijk weten via secretariaat@vngutrecht.nl.
door Webredactie | jul 18, 2019 | VNG Utrecht Nieuws
In september van dit jaar houden Zorgverzekeraars Nederland en de Vereniging Nederlandse Gemeenten zes bestuurlijke bijeenkomsten over regionale samenwerking tussen zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten.
Aan de basis van die samenwerking staat de in maart van dit jaar gepresenteerde gezamenlijke werkstructuur om de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars te bevorderen. Deze werkstructuur is ontwikkeld in opdracht van het bestuurlijk overleg VWS-VNG-ZN en heeft als doel te komen tot structurele regionale samenwerking op tenminste de onderwerpen GGZ, ouderen en preventie.
- Via deze link is meer informatie over deze werkstructuur te vinden.
Uit onderzoek blijkt dat er al veel mooie voorbeelden zijn van samenwerkingen tussen gemeenten en zorgverzekeraars en/of zorgkantoren. Tegelijkertijd blijkt dat dit nog kleinschalig, incidenteel en versnipperd gebeurt. Partijen werken niet evenredig op alle maatschappelijk urgente thema’s samen en ook niet overal, waardoor niet alle mensen er van mee kunnen profiteren.
De noodzaak om samen te werken neemt ook toe. Ouderen wonen langer thuis, de ondersteuning en zorg aan mensen met psychische kwetsbaarheid vindt meer plaats in de wijken en ook de mogelijkheden voor preventie in de wijk nemen toe. Integrale zorg en ondersteuning voor kwetsbare inwoners én heldere afspraken over de manier waarop preventie georganiseerd kan worden, maken de samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren noodzakelijk en vanzelfsprekend.
Het doel is om tijdens de bijeenkomsten in gesprek te gaan met elkaar over de werkstructuur: wat houden de afspraken in, wat voegen ze toe aan bestaande samenwerkingen en wat kunt u van elkaar en van ZN en VNG verwachten? De bijeenkomsten zijn bestemd voor bestuurders van gemeenten/regio’s en zorgverzekeraar(s) en zorgkantoor/ zorgkantoren in die regio’s.
Data en locaties
- dinsdag 10 september in Alkmaar
- donderdag 12 september in Zwolle
- dinsdag 17 september in Den Haag
- donderdag 19 september in Arnhem
- dinsdag 24 september in Bergen op Zoom
- donderdag 26 september in Venlo
Het verzoek is om te kiezen voor de bijeenkomst die betrekking heeft op de eigen regio / gemeente (zie de regio-indeling op deze website). De exacte locaties worden nader bekend gemaakt.
Informatie en aanmelden
U kunt zich op deze website aanmelden voor de bijeenkomst in uw regio. Hier vindt u ook meer informatie. De bijeenkomsten starten allemaal om 12.30 uur (registratie en inlooplunch) en duren tot 16.00 uur met aansluitend een borrel. Aanmelden is alleen mogelijk op persoonlijke titel. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.
door Webredactie | jul 16, 2019 | VNG Utrecht Nieuws
De gemeente Woerden, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de provincie Utrecht zijn mede-ondertekenaar van de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart.
Met de deal bevestigen acht gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk dat zij willen samenwerken aan aan manieren om beter om te gaan met de gevolgen van bodemdaling. De deal werd namens het rijk getekend door minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Eind 2018 selecteerde het kabinet het voorstel van de regio Groene Hart uit 88 inzendingen voor een Regio Deal. De projecten binnen deze Regio Deal zijn gericht op het bieden van handelingsperspectief voor bewoners, bedrijven en overheden hoe om te gaan met de effecten van bodemdaling. Het gaat hierbij om kennisontwikkeling en verspreiding van oplossingen die betrekking hebben op onder andere woningbouw, agrarisch ondernemerschap en CO2 reductie. Ook voorlichting en advies krijgen een belangrijke rol.
Voor de totstandkoming van de Regio Deal stelt het Rijk 10 miljoen euro beschikbaar vanuit de Regio Envelop. De regio legt ook 10 miljoen euro in. Daarmee is de begroting voor de deal rond.
door Webredactie | jun 24, 2019 | VNG Utrecht Nieuws
Het Rijk, de provincie Utrecht en 16 gemeenten in de regio Utrecht gaan langjarig samenwerken om de woningbouwproductie te versnellen, de betaalbaarheid te vergroten en excessen aan te pakken.
Daartoe werd maandag 24 juni 2019 de Woondeal Regio Utrecht getekend door minister Ollongren (BZK), de provincie Utrecht en 16 gemeenten in de regio. Voor pilots en het opstarten van het samenwerkingsverband trekt de minister 2 miljoen euro uit.
De regio Utrecht is één van de regio’s met de grootste druk op de woningmarkt. Met als uitgangspunt ‘gezond stedelijk leven’ gaat het om een grote en complexe opgave waarbij wonen, werken, bereikbaarheid en leefbaarheid hand in hand gaan. In de periode tot 2025 is er voor de geplande 67.000 woningen genoeg plancapaciteit (bouwgrond) beschikbaar, maar voor de periode tot 2040 zullen er nog voor 37.000 tot 54.000 woningen locaties gevonden moeten worden.
Versnellingslocaties
De woondeal bevat een overzicht van locaties waar de overheden zich gezamenlijk inzetten om de bouw te versnellen. Opgeteld hebben deze versnellingslocaties een capaciteit van 31.000 woningen. Dat is al ongeveer 30 procent van de regionale behoefte tot 2040.
Voorbeelden van versnellingslocaties zijn de Merwedekanaalzone in Utrecht, Middelland in Woerden en Rijnhuizen in Nieuwegein. Voor de locatie Middelland in Woerden stelt de minister 500.000 euro beschikbaar om de gebiedsontwikkeling te versnellen en de opgedane ervaringen met een zogenaamd gebiedsfonds breder te laten delen. De woondeal levert zo ook meerwaarde op voor andere gebiedsontwikkelingen in Nederland.
Rijk en regio gaan nog onderzoeken of een bijdrage uit de Financieringsfaciliteit Binnenstedelijke Transformatie projecten op lastige locaties kan losmaken. Vanuit het Rijk en de provincie is respectievelijk het Expertteam Woningbouw en het Versnellingsteam beschikbaar voor hulp en advies.
Wijkvernieuwing
In de woondeal staan ook afspraken over wijkvernieuwing. Vooral in wijken met veel sociale woningbouw uit de jaren 60 wonen mensen in een kwetsbare positie. De minister maakt in eerste instantie afspraken met Utrecht (Overvecht) en Nieuwegein en stelt expertise vanuit het Rijk beschikbaar. Speciale aandacht is er voor het investeringsvermogen van woningcorporaties. Die wordt dit najaar uitgebreid in beeld gebracht. Zo nodig neemt de minister maatregelen om de investeringscapaciteit in de regio te vergroten.