Een bomvolle zaal, 14 van de 15 lijsttrekkers voor de provinciale verkiezingen in Utrecht achter de microfoon, en drie prikkelende stellingen. Dat waren de ingrediënten voor een boeiend verkiezingsdebat van de VNG afdeling Utrecht en de provincie Utrecht, gehouden op maandagavond 2 maart 2015 in het Provinciehuis.
“De provincie doet er weer toe”, zo stelde voorzitter Koos Janssen van de VNG afdeling Utrecht bij aanvang van het debat. “De provinciale fusie is van tafel, de waarnemend commissaris van de Koning is een echte commissaris van de Koning geworden, en er is een berg werk verzet door de provincie in de aanloop naar de drie decentralisaties. Daarmee is de weg vrij voor het bepalen van de agenda van de toekomst. En wat is er mooier dan die toekomst samen met gemeenten te verkennen?”
Columnist en cabaretier Vincent Bijlo verzorgde de aftrap van het debat en gaf op even humoristische als cynische wijze te kennen dat het lastig kiezen wordt op woensdag 18 maart. Er is immers een keur van provinciale onderwerpen, waarover de standpunten ook nog eens danig uiteen lopen. “Blijf in ieder geval niet op je geld zitten”, luidde zijn advies aan de politici, “en geef blijk van daadkracht.”
Stellingen
Aan gespreksleider Elisabeth van den Hoogen de opgave om het daaropvolgende lijsttrekkersdebat met veertien deelnemers in goede banen te leiden. Dat deed zij aan de hand van drie vooraf meegegeven stellingen, waarop de lijstrekkers telkens moesten reageren.
‘De provincie moet zich minder met gemeenten bemoeien’, zo luidde de eerste stelling. In de zaal was een ruime meerderheid van de aanwezigen het daarmee eens: “Gemeenten kunnen prima voor zichzelf zorgen.”
Zo niet Rob van Muilekom (PvdA): “De provincie moet zich juist meer bemoeien met gemeenten. Het takenpakket van gemeenten is immers fors toegenomen, terwijl dat van de provincie fors is beperkt. De provincie moet veel meer de regierol oppakken. Maar dan wel in nauwe samenwerking met de gemeenten.” Rik Kleinsmit van de Libertarische Partij wil burgers zoveel mogelijk zelfbeschikkingsrecht geven, en gaf aan te gruwen van de provincie als “bemoeizuchtige schoonmoeder”.
Dat was ook voor D66-lijsttrekker Niels Hoefnagels een stap te ver. Maar hij vindt desondanks dat de provincie zich wel degelijk met gemeenten moeten blijven bemoeien. “Juist omwille van de zaken die het individuele gemeentebelang ontstijgen moeten we verbinding met de gemeenten blijven zoeken. We zullen het immers samen moeten doen.”
Arne Schaddelee van de ChristenUnie bleek het daarmee eens. “We moeten ons als provincie niet teveel opsluiten en ons richten op de kerntaken. We moeten juist breder durven kijken. Als er problemen zijn, kan de provincie die lang niet altijd alleen oplossen. Zoals de gemeenten het ook niet altijd zelf zullen kunnen.”
De decentralisatie van de jeugdzorg is voor gemeenten niet alleen een organisatorische opgave. Zij zullen zich ook terdege moeten voorbereiden op eventuele crises en incidenten. Met een duidelijke aanpak en effectieve crisiscommunicatie kan namelijk veel maatschappelijke onrust worden voorkomen. Dat bleek tijdens het Najaarscongres ‘Maatschappelijke onrust: bestuur (e)en zorg’ van de VNG afdeling Utrecht in Vianen. De bijeenkomst stond in het teken van de maatschappelijke onrust als gevolg van de decentralisaties in de (jeugd)zorg.
Na de hartelijke ontvangst in het stadhuis van Vrijstad Vianen en een kort welkomstwoord van Wim Groeneweg, burgemeester van gastgemeente Vianen, was het traditiegetrouw eerst tijd voor de Algemene Ledenvergadering onder leiding van voorzitter Koos Janssen (Klik hier voor het concept-verslag).
Philip van Veller
Daarna praatte Philip van Veller, directiesecretaris van de VNG, de aanwezigen even kort bij over de stand van zaken in Den Haag. De decentralisaties domineren op dit moment de agenda, zo vertelde hij. “De voorbereidingen zijn in volle gang, en op alle fronten werken gemeenten keihard om de transitie per 1 januari 2015 mogelijk te maken.” In een aantal gemeenten zijn de contracten voor de jeugdzorg nog niet gesloten, wat weer tot onrust leidt in de Tweede Kamer. Van Veller: “Op rijksniveau moet men kennelijk nog leren loslaten.”
Hij merkte verder nog op dat de VNG voorbereidingen treft voor een gemeentelijke agenda voor 2020: “Welke opgaven komen op ons af, wat moeten gemeenten eraan doen, en hoe kan de VNG daarbij ondersteuning bieden?” En er komt een nieuw bestuurdersnetwerk, speciaal bestemd voor leden van het openbaar bestuur die niet in de commissies en besturen van de VNG zitten. “Doel is om hen te informeren en de kans te geven om mee te praten.” De VNG komt te zijner tijd met meer informatie over beide initiatieven.
De lokale democratie wint aan kracht en betekenis, wanneer de mensen die zij behoort te dienen ook daadwerkelijk worden betrokken bij de besluitvorming. Die boodschap werd verkondigd op het Voorjaarscongres 2014 van de VNG afdeling Utrecht.
‘Er zit muziek in de lokale democratie’, luidde deze keer de titel van het Voorjaarscongres. En die bleek niet alleen vanwege de locatie – het nieuwe TivoliVredenburg – goed gekozen. Alle sprekers wezen erop dat de lokale democratie haar toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien als gemeenten erin slagen om samen met de lokale samenleving beleid vorm en inhoud te geven.
Over de eigen grenzen Direct al in zijn welkomstwoord namens gastgemeente Utrecht wees burgemeester Jan van Zanen op het belang van burgerparticipatie. Het behoort volgens hem een centraal element te zijn in de wijze waarop gemeenten moeten reageren op de vele ingrijpende veranderingen die op hen afkomen. Zoals ook regionale samenwerking van groot belang is. Van Zanen gaf aan dat het Utrechts college het als een kerntaak ziet om over de eigen grenzen heen te kijken. “Ook wij spannen ons in voor de regio. Want met één miljoen inwoners vormt deze provincie een samenhangend gebied waarvoor wij allen onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Er staat ons als gemeenten nog veel te gebeuren, en alles van betekenis is grensoverschrijdend. Ik hoop dan ook dat wij de samenwerking met elkaar kunnen vinden.”
Moeilijk loslaten Na het huishoudelijk deel van de bijeenkomst, de Algemene Ledenvergadering (klik hier voor het concept-verslag), gaf voorzitter Koos Janssen het woord aan Kees Jan de Vet, lid van de directieraad van de landelijke VNG voor een toelichting op de stand van zaken in Den Haag. Volgens De Vet heeft de landelijke politiek er moeite mee om zaken los te laten en beleidsruimte aan het lokale niveau over te dragen. Toch zullen de drie grootste decentralisaties vanaf 1 januari moeten worden opgebouwd, en wat de VNG betreft gebeurt dat in nauwe samenwerking met de lokale bevolking. “Decentralisatie is een horizontale beweging: het moet in de samenleving gebeuren.”