De lokale democratie wint aan kracht en betekenis, wanneer de mensen die zij behoort te dienen ook daadwerkelijk worden betrokken bij de besluitvorming. Die boodschap werd verkondigd op het Voorjaarscongres 2014 van de VNG afdeling Utrecht.
‘Er zit muziek in de lokale democratie’, luidde deze keer de titel van het Voorjaarscongres. En die bleek niet alleen vanwege de locatie – het nieuwe TivoliVredenburg – goed gekozen. Alle sprekers wezen erop dat de lokale democratie haar toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien als gemeenten erin slagen om samen met de lokale samenleving beleid vorm en inhoud te geven.

Over de eigen grenzen
Direct al in zijn welkomstwoord namens gastgemeente Utrecht wees burgemeester Jan van Zanen op het belang van burgerparticipatie. Het behoort volgens hem een centraal element te zijn in de wijze waarop gemeenten moeten reageren op de vele ingrijpende veranderingen die op hen afkomen. Zoals ook regionale samenwerking van groot belang is. Van Zanen gaf aan dat het Utrechts college het als een kerntaak ziet om over de eigen grenzen heen te kijken. “Ook wij spannen ons in voor de regio. Want met één miljoen inwoners vormt deze provincie een samenhangend gebied waarvoor wij allen onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Er staat ons als gemeenten nog veel te gebeuren, en alles van betekenis is grensoverschrijdend. Ik hoop dan ook dat wij de samenwerking met elkaar kunnen vinden.”

Moeilijk loslaten
Na het huishoudelijk deel van de bijeenkomst, de Algemene Ledenvergadering (klik hier voor het concept-verslag), gaf voorzitter Koos Janssen het woord aan Kees Jan de Vet, lid van de directieraad van de landelijke VNG voor een toelichting op de stand van zaken in Den Haag. Volgens De Vet heeft de landelijke politiek er moeite mee om zaken los te laten en beleidsruimte aan het lokale niveau over te dragen. Toch zullen de drie grootste decentralisaties vanaf 1 januari moeten worden opgebouwd, en wat de VNG betreft gebeurt dat in nauwe samenwerking met de lokale bevolking. “Decentralisatie is een horizontale beweging: het moet in de samenleving gebeuren.”

Samenleving kan veel
Discussieleider Elisabeth van den Hoogen opende het plenaire programma van het Voorjaarscongres met de vraag aan burgemeester Van Zanen welk muziekstuk hij voor ogen heeft bij de lokale democratie. Jazz, zo reageerde hij. “iedereen heeft zijn eigen verhaal, en speelt zijn eigen partij, maar samen klinkt het als een klok.”
Van Zanen bleek een warm pleitbezorger van het meer betrekken van de burger bij het politieke proces op lokaal niveau. “Ik ben vier maanden de stad ingetrokken en heb zelf ervaren wat er aan energie in de stad aanwezig is. Dat is echt enorm. De samenleving kan veel meer dan wij denken. Wij allen, het college maar ook de gemeenteraad, moeten daarom leren om meer aan de bevolking over te laten.”
Reden om het collegeakkoord van zijn gemeente ook als titel mee te geven: ‘Utrecht maken we samen’. Van Zanen: “We zoeken naar nieuwe vormen van samenwerking en participatie. En daar zijn al hele concrete ideeën over.” Welke dat zijn wilde hij overigens nog niet kwijt. “Die gaan we bij de presentatie van de voorjaarnota bekend maken.”

Nederland Luilekkerland
Historicus Rutger Bregman hekelde in zijn bijdrage aan het congres het overheersende chagrijn van de gemiddelde Nederlander anno 2014. Want zeker in historisch perspectief bezien verkeert hij in een Luilekkerland. “We hebben het uitzonderlijk goed. In vrijwel alle ranglijstjes staan we op de eerste positie of vlak daaronder. Maar dat is meteen ook het probleem: we weten niet hoe het nog beter moet.”
Dat verklaart meteen waarom Nederland ten prooi is gevallen aan een gruwelijk virus, aldus Bregman, namelijk dat van de nostalgie. “Iedereen wil terug naar vroeger. Maar vergis je niet: dat is een welvaartsziekte voor rijke, veilige en gezonde mensen. Mensen kortom zoals wij.”
Vroeger was echt niet alles beter. Maar die indruk verklaart wel waarom de overheid ook over haar eigen rol en functioneren aan het nadenken is. Het brengt de lokale bestuurder in een spagaat, stelt Bregman. “Enerzijds wordt van hem verwacht dat hij de leiding neemt, anderzijds wordt hij geconfronteerd met een werkelijkheid waarin de zaken zelfs nog verder zijn gedecentraliseerd dan wij denken. Het lijkt erop dat de overheid meer uit de weg moet gaan, dan dat zij zelf de leiding moet willen nemen.”
Toch moet de neiging om de verantwoordelijkheid bij de samenleving zelf neer te leggen niet worden overdreven. In de eerste plaats omdat het lokaal nu al erg goed op orde is. “Mensen zijn tevreden over hun buurt en ontevreden over het land.” Maar ten tweede omdat er ook nadelen aan kleven. “Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de verzorgingsstaat, de rol van de overheid en de civil society. Daaruit blijkt dat die elkaar versterken. Sterker nog: waar de overheid zich terugtrekt, leven de mensen steeds meer op zichzelf. Die schitterende theorie dat de verzorgingsstaat ons passief, lusteloos en hebberig zou maken mist dus in feite maar een ding: bewijs.”

Burgerparticipatie in de praktijk
Terugtrekken is misschien niet de juiste reactie, maar een overheid die zich werkelijk openstelt voor de inbreng van de samenleving heeft daar wel degelijk baat bij. Dat toont de praktijk rond IJ100, een initiatief van D66 in IJsselstein om de burger meer te betrekken bij de besluitvorming in de gemeente. “We wilden de burgers er veel eerder bij betrekken”, aldus raadslid Peter Bekker. “Een soort voorspraak in plaats van inspraak.” Er kwamen uiteindelijk 80 mensen op af, die aan de hand van diverse thema’s met de politiek en ambtenarij de discussie aan gingen. De oogst was zodanig dat IJsselstein hiermee verder gaat. “Burgerparticipatie is enorm belangrijk”, aldus Bekker. “Het levert veel op als je met de bevolking een open en transparante discussie aangaat. Mijn advies: negeer de beren op de weg, en durf het gewoon eens aan.”
Ook Harm van Dijk, initiatiefnemer van de G1000 in Amersfoort, riep de deelnemers aan het Voorjaarscongres op meer gebruik te maken van de krachten die de lokale samenleving kan ontwikkelen. “De G1000 gun je iedereen, is mijn stelling. En vooral ook u als lokaal bestuur. Omdat het ongelofelijk is te zien dat er zoveel burgers in uw stad leven die zorgen maken over de lokale gemeenschap. En omdat het tot ongelofelijk interessante ideeën kan leiden.”
Probeer het gewoon een keer uit, stelde Van Dijk. “Want het is niet te geloven hoe leuk en stimulerend het is om op praktische wijze met je burgers aan tafel te gaan zitten en met elkaar eens een keer serieus het gesprek aan te gaan.”
Klik hier voor een Prezi, die Harm van Dijk heeft gemaakt over de G1000.
“Er liggen volop kansen voor het lokale bestuur”, concludeerde voorzitter Koos Janssen van de VNG afdeling Utrecht aan het einde van de bijeenkomst. “En dan zijn er ook nog een heel veel mensen die met ons willen meewerken en meedenken. We leven kortom in een prachtige tijd.”
Wat de twaalfjarige violiste Vera Beumer met een schitterend optreden tot besluit van het Voorjaarscongres – en voor aanvang van een unieke rondleiding door het nieuwe TivoliVredenburg – nog maar eens onderstreepte.









